Sportblessures bij jeugd
Osgood Schlatter
Osgood-Schlatter is een veel voorkomende oorzaak van kniepijn bij sportende kinderen en ontstaat wanneer ze in de groeispurt zijn. De meeste klachten beginnen dan ook op een leeftijd van ongeveer 8-15 jaar. Kinderen klagen over pijn aan de knie tijdens en na het sporten; in het bijzonder bij sporten waarbij er veel wordt gerend, gesprongen en geknield. De diagnose Osgood-Schlatter wordt doorgaans gesteld op basis van de karakteristieke gelokaliseerde pijn ter hoogte van de tuberositas tibiae(aanhechting kniepees op het scheenbeen).
Doordat er sprake is van een gestaag groeiend aantal sportende kinderen en adolescenten, neemt ook het aantal blessures toe. De trainingen zijn bovendien meer sport-specifiek en daarnaast trainen kinderen vaak het hele jaar door. 50% van alle sportblessures wordt dan ook veroorzaakt door overbelasting. Van alle overbelasting blessures komt Osgood-Schlatter weer het vaakst voor.
De groei van spier- en peesweefsel wordt gestimuleerd door de groei van het skelet. Wanneer de groei van het spier- en peesweefsel achterblijft bij de groei van het skelet, kan er een disproportionele lengte ontstaan. Hierdoor wordt de apofyse(groeischijf) aan grote trekkrachten blootgesteld; voornamelijk gedurende de groeispurt is deze daarom erg kwetsbaar.

Kinderen zijn beide geslachten zowel fysiek als fysiologisch vergelijkbaar. Dit begint te veranderen met de puberteit. De puberteit valt nagenoeg samen met de gemiddelde leeftijd waarop overbelastingsblessures ontstaan, al komen meisjes gemiddeld 2 jaar eerder in de puberteit. Bij Osgood-Schlatter beginnen de meeste klachten dan ook op een leeftijd van ongeveer 8-12 jaar bij meisjes en 12-15 jaar bij jongens. De gemiddelde leeftijd waarop de symptomen ontstaan is 13 jaar.
Kinderen met Osgood-Schlatter klagen over pijn in de knie ter hoogte van de aanhechting van de kniepees. Deze pijn voelen zij met name na inspanning en in een ernstiger stadium ook tijdens inspanning.
Het gaat dan voornamelijk om activiteiten waarbij grote krachten op de kniepeesaanhechting worden uitgeoefend, zoals springen, rennen, knielen en traplopen. Deze klachten beginnen vaak sluipend. Bij het onderzoeken van de knie wordt er een gezwollen,
Osgood-Schlatter en Sinding-Larsen-Johansson zijn de meest voorkomende aandoeningen bij sportende kinderen.
warme en drukpijnlijke kniepeesaanhechting gevonden. De klachten nemen toe bij het strekken van de knie. 35% van de kinderen met Osgood-Schlatter heeft aan beide knieën klachten. De klachten kunnen lang duren wanneer er niets ondernomen wordt. De duur van de klachten kunnen variëren van ongeveer 12 tot 24 maanden(of langer) en gaan vrijwel altijd over als de periode van snelle groei voorbij is. Nadat de pijnklachten verdwenen zijn, kan er ter hoogte van de kniepeesaanhechting een zwelling blijven bestaan.
Naast Osgood Schlatter, is er nog een aandoening die veel op deze klacht lijkt. ‘Sinding-Larsen-Johansson’ is een aandoening met een soortgelijk beloop en klachtenpatroon. ‘Same story, different location’.
Voor de behandeling van Osgood-Schlatter en Sinding-Larsen-Johansson bestaan geen richtlijnen.
In eerste instantie wordt er vaak een conservatief beleid gevoerd. De behandeling kan dan bestaan uit koelen met ijs, vermindering van de sportbelasting, ontstekingsremmers (met uitzondering), taping en fysiotherapie.

De kinderen met milde pijn mogen het sporten continueren, maar het raadplegen van de fysiotherapeut is raadzaam. Wanneer de pijn matige tot ernstig is, is een vermindering van de sportbelasting, rust en fysiotherapie een goed advies. Als mogelijke therapie worden oefeningen ingezet voor het versterken en rekken van de omringende spieren. Intensieve spierversterkende oefeningen moeten echter worden vermeden, omdat de trekkrachten op de groeischijf dan te groot worden en weer extra pijn met zich mee kunnen brengen.
FTC Volendam, weer bliksemsnel klachtenvrij, fitter en sterker. Dat hebben wij onder de knie.